Eric met PTSS-hulphond Teske

"Ik wist zelf niet eens wat er met me aan de hand was"

Te lang in de oorlog gezeten

Dat onbegrip maakt dat je er niet over praat, de dingen bij je houdt en dat je afgestompt raakt.

Tekst: Arianne le Duc (Hulphond Nederland)   •    Fotografie: Christiaan Peelen

TE LANG IN DE OORLOG GEZETEN

“Ik wist zelf niet eens wat er met me aan de hand was”

In de bosrijke omgeving van Doorn, een dorp op de Utrechtse Heuvelrug, ontmoet ik Eric en zijn blonde labrador, hulphond Teske. “Als mensen vragen waarom ik een hulphond heb, je ziet immers niets aan mij, zeg ik altijd dat ik te lang in de oorlog heb gezeten, want dat is eigenlijk wat het is”, zegt de veteraan.

Achter de sympathieke en rustige man schuilt een bewogen verleden, zo blijkt. Meer dan 45 jaar geleden ging hij als jonge jongen van een jaar of negentien de dienstplicht in. “Ik werkte destijds voor de provincie Noord-Brabant, maar moest dat onderbreken voor de dienstplicht. Ik had aangegeven open te staan om op missie te gaan, ik was immers jong en avontuurlijk ingesteld en wilde graag meer van de wereld zien. Ik werd als enige van mijn groep uitgezonden naar de oorlog in Libanon, waar ik uiteindelijk bijna een jaar heb moeten blijven.”

Einde van de wereld
“Ze noemden de plek waar we zaten, post 720, ook wel ‘het einde van de wereld’”, vertelt Eric. “Het was een door god verlaten plek, in the middle of nowhere, mijlenver weg van de bewoonde wereld, waar we letterlijk op een plateautje bijna dagelijks onder vuur lagen. Ik heb drie keer een rekest ingediend om daar weg te mogen, ik werd knettergek daar, maar dit werd keer op keer geweigerd.”

Als zijn dienstplicht erop zit en hij terugkeert naar Nederland, pakt hij zijn baan voor de provincie Noord-Brabant weer op en gaat verder alsof er niets is gebeurd. “In het dorp waar ik woonde, kreeg ik vragen als “fijne vakantie gehad?’ of “lekker uitgerust?” De oorlog in Libanon was immers onbekend, wat maakte dat er minder begrip was voor militairen die daar gediend hadden dan voor militairen die in Bosnië waren geweest. “Dat onbegrip maakt dat je er niet over praat, de dingen bij je houdt en dat je afgestompt raakt. Wat eerst vrienden waren, werden kennissen en langzaam zonder je je steeds meer af van alles en iedereen.”


Jaren van behandeling
Na jaren in de overlevingsstand en met een masker op geleefd te hebben, gaat bij Eric het licht uit en probeert hij een einde aan zijn leven te maken. Hij komt terecht bij het Riagg, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. “Ik wist zelf niet eens wat er met me aan de hand was!” 

Na zijn behandeling daar pakt hij het leven en zijn werk weer op totdat hij in 1992 door hulpverleners ‘van het spoor wordt geplukt’. “Na deze tweede poging, kwam ik in Tilburg terecht bij dokter Zwartjes, een autoriteit op het gebied van shellshock*. Voordat ik thuis was, werd ik
al gecontacteerd om direct de behandeling te starten, want ze hadden nog nooit iemand meegemaakt die zo depressief was als ik destijds. Na 1,5 jaar behandeling wilde men mij afkeuren voor werk, ik zat immers thuis en aan de medicatie, maar dat wilde ik niet, ik was pas in de dertig, nog veel te jong om te stoppen met werken. In 2004 belandde Eric weer in een heel diep dal en ondernam hij een  laatste poging om zijn leven te beëindigen. “Ik ben toen opgenomen in Oegstgeest, in Centrum’45, het landelijke expertisecentrum voor behandeling van mensen met complexe psychotraumaklachten. Hier kreeg ik de diagnose Chronisch Complexe PTSS met ernstige vorm van depressiviteit, een diagnose die eigenlijk destijds in Tilburg ook al gesteld was maar waar ik niet aan wilde, en ben ik uiteindelijk helaas met de conclusie ‘behandel resistent’ en een hoop medicatie naar huis gestuurd.” Ondanks dat kwam Eric via Reinier van Arkel, een aanbieder van specialistische geestelijke gezondheidszorg, met een heel fijne psychologe in contact. Gedurende 15 jaar heeft Eric met haar wekelijkse gesprekken over zijn leven en hoe om te gaan met de psychische beschadiging die hij in zijn jonge jaren opgelopen heeft. “het was vooral damage control, wat we samen deden”, legt Eric uit. “We bespraken wat er gebeurd was, en wat er die week op de planning stond en hoe ik daar het beste mee om kon gaan.” 

* Shellshock is een psychiatrisch syndroom bij militairen, bestaande uit lichamelijke en psychische symptomen veroorzaakt door traumatische gebeurtenissen en ervaringen opgelopen tijdens oorlogsverrichtingen. Het is een bijzondere vorm van posttraumatische stressstoornis die vaak voorkwam bij soldaten die tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden gevochten in de loopgraven.

Als ik het even moeilijk heb, geef ik het commando ‘close’ en voel ik door de nabijheid van Teske de stress zo van mijn schouders afglijden.

Erkend en afgekeurd
In 2005 wordt Eric volledig afgekeurd en ontvangt hij van de Minister van Defensie het ‘Draaginsigne Gewonden’, een belangrijke vorm van erkenning voor militairen en veteranen die onder oorlogsomstandigheden lichamelijk of psychisch gewond zijn geraakt. Toch weigert Eric de therapie die Defensie hem in het Centraal Militair Hospitaal aanbiedt. “Je gaat toch niet bij de dader in therapie? Ik had geen vertrouwen in Defensie meer, zag Defensie als de dader, ze hadden me immers keer op keer in de steek gelaten. En daarnaast was ik al behandel resistent gebleken, dus het zou weinig zin hebben gehad. Ik ben toen lid geworden van het BNMO, Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en dienstslachtoffers en daar kwam ik veteranen tegen met een hulphond en zie je wat zo’n hond kan doen voor iemand. Dat leek me wel wat, daar had ik wel vertrouwen in.

Eric bezocht samen met zijn vrouw en kleinzoon de Open Dag van Hulphond Nederland in Herpen. Mijn gevoel was meteen goed, ik werd serieus genomen en nadat ik wat mensen had gesproken, heb ik me ter plekke aangemeld voor een hulphond. Het aanvraagtraject, totdat Eric hoorde of hij in aanmerking kon komen voor een hulphond, duurde zo’n acht weken. “Ik was zo blij dat ik een ‘JA’ te horen kreeg, toen nog niet wetende dat ik in verband met corona bijna drie jaar moest wachten op een hulphond.” Een lange periode van wachten volgde, maar wel een periode waarin Eric hoop hield en er van overtuigd was dat een hulphond hem hulp zou kunnen bieden. 


Hulphond Teske
“Op 21 februari 2023 kwam Teske in mijn leven, en ze is niet meer weggegaan”, zegt hij dankbaar. “Er was meteen een klik tussen mij en Teske, eentje die zo sterk was, dat mijn begeleider besloot Teske eerder dan gebruikelijk bij mij thuis te laten wonen en hier thuis de trainingen verder af te maken. Heel bijzonder, maar zo fijn! Teske geeft me vertrouwen en een stuk zekerheid. Mensen houden direct al wat meer afstand als ze zien dat er een hulphond naast je loopt. Of het roept juist vragen op, want aan de buitenkant kun je natuurlijk niet zien dat er iets ‘mis’ is met mij. Als men mij vraagt waarom ik een hulphond heb, zeg ik dan ook dat ik te lang in de oorlog heb gezeten.”

Naast het geven van vertrouwen en zekerheid, neemt Teske ook stress bij Eric weg. “Als ik het even moeilijk heb, geef ik het commando ‘close’ en voel ik door de nabijheid van Teske de stress zo van mijn schouders afglijden. Ze zorgt voor regelmaat in mijn leven en dat ik weer naar buiten ga. Iedere dag maak ik een lange wandeling met haar en regelmatig gaan we samen naar buiten om te spelen. Ook maakt Teske me wel eens wakker als ik nachtmerries heb, maar dat doet onze andere hond, Boyke, een Franse bulldog, net zo goed inmiddels. Ik denk dat Teske een goede leermeester is en Boyke een actieve, volgzame leerling”, lacht Eric. “Ik ben enorm dankbaar voor de komst van Teske en voor het leven zoals ik dat nu kan leiden, samen met mijn vrouw.” 

"Ik wist zelf niet eens wat er met me aan de hand was"

Te lang in de oorlog gezeten

Dat onbegrip maakt dat je er niet over praat, de dingen bij je houdt en dat je afgestompt raakt.

* Shellshock is een psychiatrisch syndroom bij militairen, bestaande uit lichamelijke en psychische symptomen veroorzaakt door traumatische gebeurtenissen en ervaringen opgelopen tijdens oorlogsverrichtingen. Het is een bijzondere vorm van posttraumatische stressstoornis die vaak voorkwam bij soldaten die tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden gevochten in de loopgraven.

Erkend en afgekeurd
In 2005 wordt Eric volledig afgekeurd en ontvangt hij van de Minister van Defensie het ‘Draaginsigne Gewonden’, een belangrijke vorm van erkenning voor militairen en veteranen die onder oorlogsomstandigheden lichamelijk of psychisch gewond zijn geraakt. Toch weigert Eric de therapie die Defensie hem in het Centraal Militair Hospitaal aanbiedt. “Je gaat toch niet bij de dader in therapie? Ik had geen vertrouwen in Defensie meer, zag Defensie als de dader, ze hadden me immers keer op keer in de steek gelaten. En daarnaast was ik al behandel resistent gebleken, dus het zou weinig zin hebben gehad. Ik ben toen lid geworden van het BNMO, Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en dienstslachtoffers en daar kwam ik veteranen tegen met een hulphond en zie je wat zo’n hond kan doen voor iemand. Dat leek me wel wat, daar had ik wel vertrouwen in.

Eric bezocht samen met zijn vrouw en kleinzoon de Open Dag van Hulphond Nederland in Herpen. Mijn gevoel was meteen goed, ik werd serieus genomen en nadat ik wat mensen had gesproken, heb ik me ter plekke aangemeld voor een hulphond. Het aanvraagtraject, totdat Eric hoorde of hij in aanmerking kon komen voor een hulphond, duurde zo’n acht weken. “Ik was zo blij dat ik een ‘JA’ te horen kreeg, toen nog niet wetende dat ik in verband met corona bijna drie jaar moest wachten op een hulphond.” Een lange periode van wachten volgde, maar wel een periode waarin Eric hoop hield en er van overtuigd was dat een hulphond hem hulp zou kunnen bieden. 

Hulphond Teske
“Op 21 februari 2023 kwam Teske in mijn leven, en ze is niet meer weggegaan”, zegt hij dankbaar. “Er was meteen een klik tussen mij en Teske, eentje die zo sterk was, dat mijn begeleider besloot Teske eerder dan gebruikelijk bij mij thuis te laten wonen en hier thuis de trainingen verder af te maken. Heel bijzonder, maar zo fijn! Teske geeft me vertrouwen en een stuk zekerheid. Mensen houden direct al wat meer afstand als ze zien dat er een hulphond naast je loopt. Of het roept juist vragen op, want aan de buitenkant kun je natuurlijk niet zien dat er iets ‘mis’ is met mij. Als men mij vraagt waarom ik een hulphond heb, zeg ik dan ook dat ik te lang in de oorlog heb gezeten.”

Naast het geven van vertrouwen en zekerheid, neemt Teske ook stress bij Eric weg. “Als ik het even moeilijk heb, geef ik het commando ‘close’ en voel ik door de nabijheid van Teske de stress zo van mijn schouders afglijden. Ze zorgt voor regelmaat in mijn leven en dat ik weer naar buiten ga. Iedere dag maak ik een lange wandeling met haar en regelmatig gaan we samen naar buiten om te spelen. Ook maakt Teske me wel eens wakker als ik nachtmerries heb, maar dat doet onze andere hond, Boyke, een Franse bulldog, net zo goed inmiddels. Ik denk dat Teske een goede leermeester is en Boyke een actieve, volgzame leerling”, lacht Eric. “Ik ben enorm dankbaar voor de komst van Teske en voor het leven zoals ik dat nu kan leiden, samen met mijn vrouw.” 

Als ik het even moeilijk heb, geef ik het commando ‘close’ en voel ik door de nabijheid van Teske de stress zo van mijn schouders afglijden.

Achter de sympathieke en rustige man schuilt een bewogen verleden, zo blijkt. Meer dan 45 jaar geleden ging hij als jonge jongen van een jaar of negentien de dienstplicht in. “Ik werkte destijds voor de provincie Noord-Brabant, maar moest dat onderbreken voor de dienstplicht. Ik had aangegeven open te staan om op missie te gaan, ik was immers jong en avontuurlijk ingesteld en wilde graag meer van de wereld zien. Ik werd als enige van mijn groep uitgezonden naar de oorlog in Libanon, waar ik uiteindelijk bijna een jaar heb moeten blijven.”

Einde van de wereld
“Ze noemden de plek waar we zaten, post 720, ook wel ‘het einde van de wereld’”, vertelt Eric. “Het was een door god verlaten plek, in the middle of nowhere, mijlenver weg van de bewoonde wereld, waar we letterlijk op een plateautje bijna dagelijks onder vuur lagen. Ik heb drie keer een rekest ingediend om daar weg te mogen, ik werd knettergek daar, maar dit werd keer op keer geweigerd.”

Als zijn dienstplicht erop zit en hij terugkeert naar Nederland, pakt hij zijn baan voor de provincie Noord-Brabant weer op en gaat verder alsof er niets is gebeurd. “In het dorp waar ik woonde, kreeg ik vragen als “fijne vakantie gehad?’ of “lekker uitgerust?” De oorlog in Libanon was immers onbekend, wat maakte dat er minder begrip was voor militairen die daar gediend hadden dan voor militairen die in Bosnië waren geweest. “Dat onbegrip maakt dat je er niet over praat, de dingen bij je houdt en dat je afgestompt raakt. Wat eerst vrienden waren, werden kennissen en langzaam zonder je je steeds meer af van alles en iedereen.”


Jaren van behandeling
Na jaren in de overlevingsstand en met een masker op geleefd te hebben, gaat bij Eric het licht uit en probeert hij een einde aan zijn leven te maken. Hij komt terecht bij het Riagg, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. “Ik wist zelf niet eens wat er met me aan de hand was!” 

Na zijn behandeling daar pakt hij het leven en zijn werk weer op totdat hij in 1992 door hulpverleners ‘van het spoor wordt geplukt’. “Na deze tweede poging, kwam ik in Tilburg terecht bij dokter Zwartjes, een autoriteit op het gebied van shellshock*. Voordat ik thuis was, werd ik al gecontacteerd om direct de behandeling te starten, want ze hadden nog nooit iemand meegemaakt die zo depressief was als ik destijds. Na 1,5 jaar behandeling wilde men mij afkeuren voor werk, ik zat immers thuis en aan de medicatie, maar dat wilde ik niet, ik was pas in de dertig, nog veel te jong om te stoppen met werken. In 2004 belandde Eric weer in een heel diep dal en ondernam hij een  laatste poging om zijn leven te beëindigen. “Ik ben toen opgenomen in Oegstgeest, in Centrum’45, het landelijke expertisecentrum voor behandeling van mensen met complexe psychotraumaklachten. Hier kreeg ik de diagnose Chronisch Complexe PTSS met ernstige vorm van depressiviteit, een diagnose die eigenlijk destijds in Tilburg ook al gesteld was maar waar ik niet aan wilde, en ben ik uiteindelijk helaas met de conclusie ‘behandel resistent’ en een hoop medicatie naar huis gestuurd.” Ondanks dat kwam Eric via Reinier van Arkel, een aanbieder van specialistische geestelijke gezondheidszorg, met een heel fijne psychologe in contact. Gedurende 15 jaar heeft Eric met haar wekelijkse gesprekken over zijn leven en hoe om te gaan met de psychische beschadiging die hij in zijn jonge jaren opgelopen heeft. “het was vooral damage control, wat we samen deden”, legt Eric uit. “We bespraken wat er gebeurd was, en wat er die week op de planning stond en hoe ik daar het beste mee om kon gaan.” 

In de bosrijke omgeving van Doorn, een dorp op de Utrechtse Heuvelrug, ontmoet ik Eric en zijn blonde labrador, hulphond Teske. “Als mensen vragen waarom ik een hulphond heb, je ziet immers niets aan mij, zeg ik altijd dat ik te lang in de oorlog heb gezeten, want dat is eigenlijk wat het is”, zegt de veteraan.

Tekst: Arianne le Duc (Hulphond Nederland)
Fotografie: Christiaan Peelen

“Ik wist zelf niet eens wat er met me aan de hand was”

TE LANG IN DE OORLOG GEZETEN
Volledig scherm