Jaarlijks helpt Hulphond Nederland zo’n 1.000 mensen met een fysieke of geestelijke zorgvraag. Dit kunnen we echter niet alleen. Voor de opleiding en inzet van onze hulphonden kunnen we gelukkig vertrouwen op een fijn netwerk van gastgezinnen. Deze gastgezinnen verdelen zich over verschillende typen gastgezinnen: Zo hebben we pupgastgezinnen die pups vanaf zo’n 8 weken tot het moment dat ze in opleiding gaan (ca. 16-18 maanden) socialiseren en een basisopleiding geven. Ook hebben we therapie-gastgezinnen waar onze therapiehonden 24/7 leven en die ze 2 dagdelen per week naar de therapielocatie in de buurt brengen. Voor tijdelijke opvang kunnen we terugvallen op opvang-gastgezinnen. Zij vangen honden op voor de duur van enkele dagen tot weken als een cliënt bijvoorbeeld naar het ziekenhuis moet of een gastgezin op vakantie gaat. Het laatste type gastgezin is het gastgezin voor moederhond met pups. Dit zijn gastgezinnen die de thuisbasis voor een hond zijn die voor Hulphond Nederland een nestje krijgt.
Lijkt het u ook leuk om gastgezin te worden voor Hulphond Nederland? Ga naar www.hulphond.nl/help-mee.
*CARAT-test
De pups van Hulphond Nederland worden opgevoed volgens het Enriched Puppy Protocol. Het continu aanbieden van nieuwe dingen als geluiden, geuren, omgeving, objecten, etc. draagt eraan bij dat de pups snel ‘wereldwijs’ worden. Lisanne en haar collega’s worden dan ook wekelijks begeleid door een collega die ervoor zorgt dat het Enriched Puppy Protocol goed wordt nageleefd. Na acht weken ondergaan de pups een CARAT-test, waarmee eigenlijk een soort van profielschets van de pups wordt gemaakt. Hiervoor worden de pups 1 voor 1 in een ruimte geplaatst met daarin voor hen een vreemd persoon en allerlei obstakels. Door goed te analyseren hoe de pup hierop reageert, kan er beter worden ingeschat of de pup later geschikt zal zijn voor de opleiding tot hulphond of dat deze gelukkiger wordt als huishond.
Zowel de CARAT-test (CARAT staat voor Clothier Animal Response Assessment Test) als het Enriched Puppy Protocol, zijn ontwikkeld door Suzanne Clothier.
Neurologisch gezien zijn de pups grotendeels volwassen. Hun spierkracht en uithoudingsvermogen moeten echter wel nog flink groeien. We proberen de pups zoveel mogelijk kennis te laten maken met verschillende mensen (met bril, baard, huidskleur, kinderen, etc.) zodat niets of niemand ze straks meer ‘vreemd’ is. Deze week vinden ook de CARAT-testen plaats*. Hiervoor komen de pups samen met de moederhond naar het trainingscentrum in Herpen waar ze allemaal individueel getest worden. De pups die de test goed doorstaan, worden geplaatst in een gastgezin waar ze verder gesocialiseerd worden en een basisopleiding krijgen. De pups die niet worden geselecteerd voor de opleiding, worden verkocht als huishond.
WEEK 8
De pups zijn inmiddels al drie keer ontwormd door ons en worden deze week gevaccineerd en gechipt bij de dierenarts. De moederhond gaat mee als troost. De algemene gezondheid van de pups wordt ook gecheckt en ze krijgen een Europees paspoort. Alles is er op gericht om ook dit bezoek een positieve ervaring te laten zijn. Natuurlijk gaan we met de auto naar de dierenarts, zo kunnen ze wennen aan een rit die wat langer is. Vanaf deze week gaan we iedere pup apart socialiseren; we gaan 1-op-1 met de pups aan de slag. Gedurende deze momenten oefenen we ook “Volg mij”; wandelen zonder de lijn. Tijdens deze momenten nemen we een maaltijd voor ze mee zodat ze ook leren eten op een voor hen vreemde plek.
“In deze periode zien we een verschuiving in motorische vaardigheden en verbetering op het gebied van zicht en gehoor. De pups gaan complexer, sociaal gedrag vertonen en de moederhond zal ze, daar waar nodig, corrigeren. We laten de pups zoveel mogelijk kennismaken met verschillende ‘echte’ geluiden, waarbij de intensiteit ervan langzaam wordt opgevoerd. Ook doen we spelletjes; we laten ze dingen zoeken of zelf uitvogelen hoe ze over een obstakel heen moeten klimmen. De pups maken dagelijks een wandelingetje onder toeziend oog van de moederhond en gaan in kleine, roulerende groepjes (van 2 à 3 pups), zonder moederhond, naar nieuwe plekken. We gaan ze voorzichtig borstelen, de nageltjes knippen en ‘spelen’ dierenarts door alle lichaamsdelen te ‘onderzoeken’.”
WEEK 7
WEEK 6
Nieuwe locatie bezoeken
Het bezoeken van een nieuwe locatie gebeurt heel geleidelijk. De eerste keer dat we bijvoorbeeld naar een tuincentrum gaan, rijden we met alle pups in de fietskar een rondje door het tuincentrum. De volgende keer halen we ze 1 voor 1 uit de kar om aan een lijntje even rustig door de winkel te lopen. Als dit goed verloopt, is het volgende bezoek per auto, waarbij ze 1 voor 1 op de arm mee naar binnen genomen worden en daarna zelf een korte tijd de omgeving mogen verkennen. Uiteraard blijft een van de begeleiders bij de rest van de pups in de auto, die daar heerlijk liggen te rusten of te kluiven tot het hun beurt is.
“In deze periode gaan de oogjes van de pups open, maar het zicht is nog niet volledig ontwikkeld. Aan de hand van wat de pups zien, ontwikkelen de ogen en hersenstructuren zich. Daarom moet het zicht van de pups gestimuleerd worden. De pups kunnen ons nu ook zien en dus observeren we hoe ze dat ervaren, hoe ze daarop reageren. Ook hangen we dingen op boven het nest, bijv. vlaggetjes en veranderen we de indeling van het nest iedere keer. We verplaatsen dingen om de pups uit te dagen en kijken wederom hoe ze daarop reageren. De pups kunnen inmiddels lopen in plaats van kruipen, dus maken we het nest groter, waardoor er nog meer dingen aan het nest toegevoegd kunnen worden. Ook wordt er een plek gecreëerd waar ze kunnen urineren en zich ontlasten; een plastic bak met puppypads. De moederhond ruimt de ontlasting van de pups op, natuurlijk gedrag dat we niet onderbreken.”
WEEK 3
Lisanne: “Mijn voornaamste taak als nestbegeleider is het socialiseren van de pups, dit doen we samen met het gastgezin, waarbij de nadruk voor mij en mijn collega’s meer ligt op het socialiseren en het gastgezin meer de verzorging van de pups en de moederhond op zich neemt.”
geweest. In deze periode laten we ze ook kennismaken met een volwassen, sociaalvaardige hond, eerst met een hekje ertussen, daarna zonder. En de pups krijgen de eerste commando’s aangeleerd; sit, down en stand.”
“In de vijfde week komen we wat vaker, vier keer per week, en gaan we veel activiteiten ondernemen met de pups. De basis voor het apporteren wordt gelegd, wat voor hulphonden in spé natuurlijk erg belangrijk is, door spullen in het nest te leggen die ze kunnen oppakken. Ook gaan we ze voorbereiden op het dragen van een dekje door spelenderwijs en onder toezicht een halsbandje of stukjes stof op diverse plekken om te wikkelen. Als de pups op hun gemak door het huis lopen, krijgen ze de mogelijkheid om de tuin te verkennen. Maar alleen als ze dit zelf willen. Dit geldt overigens voor alles wat we doen met de pups. We bieden van alles aan, waarbij we eigenlijk alleen maar vragen of ze het willen. Ze moeten echt helemaal niets. En aan het einde van deze week gaan we voor het eerst met ze de auto of fietskar in, een rondje van een paar minuten maar, om hier alvast een klein beetje aan te wennen. En vooral ook wennen aan een nieuwe omgeving; een plek waar ze nog nooit zijn
WEEK 5
beginnen één keer per dag met een heel klein, ongeveer de grootte van een soepballetje, stukje vlees. Hierbij wordt de ontlasting goed in de gaten gehouden; gaat dit goed, dan wordt de frequentie langzaam opgevoerd en wordt er langzaam naar brokken toegewerkt.”
“De oren gaan open in deze periode, wat je goed kunt merken aan de schrikreacties die de pups vertonen. Dit noemen we de socialisatieperiode. Wat opvalt in deze periode is dat de pups nieuwsgierig zijn en op ontdekking willen gaan. Aangezien ze nu ook kunnen horen, gaan we ze geleidelijk blootstellen aan verschillende geluidjes. Omdat het gehoor nog niet volledig ontwikkeld is, vermijden we uiteraard harde geluiden. De tanden beginnen door te komen, dus zorgen we voor voorwerpen die de pups vast kunnen pakken. De pups krijgen 1 à 2 keer per dag de mogelijkheid om het nest te verlaten en de omgeving te gaan verkennen, dat doen we door het openzetten van de ren. De pups kunnen nu in hun eigen tempo de ruimte ontdekken, liefst op eigen initiatief. Ook gaan we de pups langzaam voorbereiden op hun eerste ritje in de auto of fietskar. Dit doen we door ze bijvoorbeeld in een doos of op een kleedje te zetten en deze zachtjes te bewegen en kantelen. In deze periode wordt ook beoordeeld wanneer ze over kunnen op vast voedsel. We
WEEK 4
De regel die we daarbij hanteren: ‘short but sweet’. Het moeten korte, vriendelijke, positieve momentjes zijn. Die eerste weken is het met name veel observeren en noteren. Wie doet wat, wie gaat als eerste ergens op af, iedere dag de pups wegen, etc.”
“in de eerste weken slapen de pups vooral, daarom wordt de frequentie van onze bezoeken verhoogd naarmate ze ouder worden. Als ze meer wakker zijn, kunnen we ze immers meer uitdaging bieden”, legt Lisanne uit. “In de tweede week kijken we eigenlijk met name hoe de moederhond het doet, moeten we ergens mee helpen of gaat het van nature goed? Geeft ze genoeg voeding? En ook of de moeder zelf gezond is en voldoende eetlust heeft. We beginnen met ‘tactiele stimulatie’ door verschillende ondergronden en voorwerpen aan het nest toe te voegen. Denk aan kleine knuffeltjes en rolletjes handdoeken, waar de pups makkelijk overheen kunnen kruipen of aan de kant kunnen duwen. Deze spullen worden dagelijks gerouleerd en iedere dag leggen we er een nieuw item bij, zodat de pups telkens meer leren herkennen. Daarna beginnen we langzaam met het oppakken van de pups, dat noemen we opscheppen.
VANKA
ViDAR
VENTI
VESTA
VENUS
EVEN VOORSTELLEN...
WEEK 2
Het begint uiteraard met de bevalling van de pups. Die wordt door een collega begeleid die tevens ook de begeleiding in de eerste week op zich neemt. Lisanne en haar collega’s komen pas in de tweede week en zijn dan gedurende drie weken drie keer per week aanwezig. Vanaf de vijfde week wordt dit verhoogd naar vier keer per week. De laatste drie weken, totdat de pups het nest verlaten, wordt er zelfs zes keer per week, verdeeld over vier dagen, een bezoek afgelegd. Een intensief traject dus, ook voor het gastgezin.
WEEK 1
STIEFVADER JOPPE
MOEDERHOND PESCA
Lisanne Brands woont in Ochten, is 24 jaar oud en ruim drie jaar werkzaam bij Hulphond Nederland. Het begeleiden van een nest pups was voorheen de taak van de gastgezinbegeleider, maar omdat dit een zeer intensieve taak betreft, is de functie van nestbegeleider in het leven geroepen.
Heeft u interesse in een huishond van Hulphond Nederland? Ga dan naar www.hulphond.nl/help-mee/hond-zoekt-huis.
In dit artikel volgen we, samen met nestbegeleider Lisanne Brands, moederhond Pesca en haar pups. Pesca woont bij gastgezin familie Adamse-Janssen in Grave en heeft medio november vijf puppies gekregen. Lisanne vertelt ons over de ontwikkeling van de pups en wat daar allemaal bij komt kijken.
Tekst: Arianne le Duc (Hulphond Nederland) • Fotografie: Karlijn Koning (Hulphond Nederland)
Van geboorte tot gastgezin
Jaarlijks helpt Hulphond Nederland zo’n 1.000 mensen met een fysieke of geestelijke zorgvraag. Dit kunnen we echter niet alleen. Voor de opleiding en inzet van onze hulphonden kunnen we gelukkig vertrouwen op een fijn netwerk van gastgezinnen. Deze gastgezinnen verdelen zich over verschillende typen gastgezinnen: Zo hebben we pupgastgezinnen die pups vanaf zo’n 8 weken tot het moment dat ze in opleiding gaan (ca. 16-18 maanden) socialiseren en een basisopleiding geven. Ook hebben we therapie-gastgezinnen waar onze therapiehonden 24/7 leven en die ze 2 dagdelen per week naar de therapielocatie in de buurt brengen. Voor tijdelijke opvang kunnen we terugvallen op opvang-gastgezinnen. Zij vangen honden op voor de duur van enkele dagen tot weken als een cliënt bijvoorbeeld naar het ziekenhuis moet of een gastgezin op vakantie gaat. Het laatste type gastgezin is het gastgezin voor moederhond met pups. Dit zijn gastgezinnen die de thuisbasis voor een hond zijn die voor Hulphond Nederland een nestje krijgt.
Lijkt het u ook leuk om gastgezin te worden voor Hulphond Nederland? Ga naar www.hulphond.nl/help-mee.
*CARAT-test
De pups van Hulphond Nederland worden opgevoed volgens het Enriched Puppy Protocol. Het continu aanbieden van nieuwe dingen als geluiden, geuren, omgeving, objecten, etc. draagt eraan bij dat de pups snel ‘wereldwijs’ worden. Lisanne en haar collega’s worden dan ook wekelijks begeleid door een collega die ervoor zorgt dat het Enriched Puppy Protocol goed wordt nageleefd. Na acht weken ondergaan de pups een CARAT-test, waarmee eigenlijk een soort van profielschets van de pups wordt gemaakt. Hiervoor worden de pups 1 voor 1 in een ruimte geplaatst met daarin voor hen een vreemd persoon en allerlei obstakels. Door goed te analyseren hoe de pup hierop reageert, kan er beter worden ingeschat of de pup later geschikt zal zijn voor de opleiding tot hulphond of dat deze gelukkiger wordt als huishond.
Zowel de CARAT-test (CARAT staat voor Clothier Animal Response Assessment Test) als het Enriched Puppy Protocol, zijn ontwikkeld door Suzanne Clothier.
Heeft u interesse in een huishond van Hulphond Nederland? Ga dan naar www.hulphond.nl/help-mee/hond-zoekt-huis.
Neurologisch gezien zijn de pups grotendeels volwassen. Hun spierkracht en uithoudingsvermogen moeten echter wel nog flink groeien. We proberen de pups zoveel mogelijk kennis te laten maken met verschillende mensen (met bril, baard, huidskleur, kinderen, etc.) zodat niets of niemand ze straks meer ‘vreemd’ is. Deze week vinden ook de CARAT-testen plaats*. Hiervoor komen de pups samen met de moederhond naar het trainingscentrum in Herpen waar ze allemaal individueel getest worden. De pups die de test goed doorstaan, worden geplaatst in een gastgezin waar ze verder gesocialiseerd worden en een basisopleiding krijgen. De pups die niet worden geselecteerd voor de opleiding, worden verkocht als huishond.
WEEK 8
De pups zijn inmiddels al drie keer ontwormd door ons en worden deze week gevaccineerd en gechipt bij de dierenarts. De moederhond gaat mee als troost. De algemene gezondheid van de pups wordt ook gecheckt en ze krijgen een Europees paspoort. Alles is er op gericht om ook dit bezoek een positieve ervaring te laten zijn. Natuurlijk gaan we met de auto naar de dierenarts, zo kunnen ze wennen aan een rit die wat langer is. Vanaf deze week gaan we iedere pup apart socialiseren; we gaan 1-op-1 met de pups aan de slag. Gedurende deze momenten oefenen we ook “Volg mij”; wandelen zonder de lijn. Tijdens deze momenten nemen we een maaltijd voor ze mee zodat ze ook leren eten op een voor hen vreemde plek.
WEEK 7
“In deze periode zien we een verschuiving in motorische vaardigheden en verbetering op het gebied van zicht en gehoor. De pups gaan complexer, sociaal gedrag vertonen en de moederhond zal ze, daar waar nodig, corrigeren. We laten de pups zoveel mogelijk kennismaken met verschillende ‘echte’ geluiden, waarbij de intensiteit ervan langzaam wordt opgevoerd. Ook doen we spelletjes; we laten ze dingen zoeken of zelf uitvogelen hoe ze over een obstakel heen moeten klimmen. De pups maken dagelijks een wandelingetje onder toeziend oog van de moederhond en gaan in kleine, roulerende groepjes (van 2 à 3 pups), zonder moederhond, naar nieuwe plekken. We gaan ze voorzichtig borstelen, de nageltjes knippen en ‘spelen’ dierenarts door alle lichaamsdelen te ‘onderzoeken’.”
WEEK 6
Nieuwe locatie bezoeken
Het bezoeken van een nieuwe locatie gebeurt heel geleidelijk. De eerste keer dat we bijvoorbeeld naar een tuincentrum gaan, rijden we met alle pups in de fietskar een rondje door het tuincentrum. De volgende keer halen we ze 1 voor 1 uit de kar om aan een lijntje even rustig door de winkel te lopen. Als dit goed verloopt, is het volgende bezoek per auto, waarbij ze 1 voor 1 op de arm mee naar binnen genomen worden en daarna zelf een korte tijd de omgeving mogen verkennen. Uiteraard blijft een van de begeleiders bij de rest van de pups in de auto, die daar heerlijk liggen te rusten of te kluiven tot het hun beurt is.
“In de vijfde week komen we wat vaker, vier keer per week, en gaan we veel activiteiten ondernemen met de pups. De basis voor het apporteren wordt gelegd, wat voor hulphonden in spé natuurlijk erg belangrijk is, door spullen in het nest te leggen die ze kunnen oppakken. Ook gaan we ze voorbereiden op het dragen van een dekje door spelenderwijs en onder toezicht een halsbandje of stukjes stof op diverse plekken om te wikkelen. Als de pups op hun gemak door het huis lopen, krijgen ze de mogelijkheid om de tuin te verkennen. Maar alleen als ze dit zelf willen. Dit geldt overigens voor alles wat we doen met de pups. We bieden van alles aan, waarbij we eigenlijk alleen maar vragen of ze het willen. Ze moeten echt helemaal niets. En aan het einde van deze week gaan we voor het eerst met ze de auto of fietskar in, een rondje van een paar minuten maar, om hier alvast een klein beetje aan te wennen. En vooral ook wennen aan een nieuwe omgeving; een plek waar ze nog nooit zijn geweest. In deze periode laten we ze ook kennismaken met een volwassen, sociaalvaardige hond, eerst met een hekje ertussen, daarna zonder. En de pups krijgen de eerste commando’s aangeleerd; sit, down en stand.”
WEEK 5
“De oren gaan open in deze periode, wat je goed kunt merken aan de schrikreacties die de pups vertonen. Dit noemen we de socialisatieperiode. Wat opvalt in deze periode is dat de pups nieuwsgierig zijn en op ontdekking willen gaan. Aangezien ze nu ook kunnen horen, gaan we ze geleidelijk blootstellen aan verschillende geluidjes. Omdat het gehoor nog niet volledig ontwikkeld is, vermijden we uiteraard harde geluiden. De tanden beginnen door te komen, dus zorgen we voor voorwerpen die de pups vast kunnen pakken. De pups krijgen 1 à 2 keer per dag de mogelijkheid om het nest te verlaten en de omgeving te gaan verkennen, dat doen we door het openzetten van de ren. De pups kunnen nu in hun eigen tempo de ruimte ontdekken, liefst op eigen initiatief. Ook gaan we de pups langzaam voorbereiden op hun eerste ritje in de auto of fietskar. Dit doen we door ze bijvoorbeeld in een doos of op een kleedje te zetten en deze zachtjes te bewegen en kantelen. In deze periode wordt ook beoordeeld wanneer ze over kunnen op vast voedsel. We beginnen één keer per dag met een heel klein, ongeveer de grootte van een soepballetje, stukje vlees. Hierbij wordt de ontlasting goed in de gaten gehouden; gaat dit goed, dan wordt de frequentie langzaam opgevoerd en wordt er langzaam naar brokken toegewerkt.”
WEEK 4
“In deze periode gaan de oogjes van de pups open, maar het zicht is nog niet volledig ontwikkeld. Aan de hand van wat de pups zien, ontwikkelen de ogen en hersenstructuren zich. Daarom moet het zicht van de pups gestimuleerd worden. De pups kunnen ons nu ook zien en dus observeren we hoe ze dat ervaren, hoe ze daarop reageren. Ook hangen we dingen op boven het nest, bijv. vlaggetjes en veranderen we de indeling van het nest iedere keer. We verplaatsen dingen om de pups uit te dagen en kijken wederom hoe ze daarop reageren. De pups kunnen inmiddels lopen in plaats van kruipen, dus maken we het nest groter, waardoor er nog meer dingen aan het nest toegevoegd kunnen worden. Ook wordt er een plek gecreëerd waar ze kunnen urineren en zich ontlasten; een plastic bak met puppypads. De moederhond ruimt de ontlasting van de pups op, natuurlijk gedrag dat we niet onderbreken.”
WEEK 3
VANKA
ViDAR
VENTI
VESTA
VENUS
EVEN VOORSTELLEN...
STIEFVADER
JOPPE
MOEDERHOND
PESCA
“in de eerste weken slapen de pups vooral, daarom wordt de frequentie van onze bezoeken verhoogd naarmate ze ouder worden. Als ze meer wakker zijn, kunnen we ze immers meer uitdaging bieden”, legt Lisanne uit. “In de tweede week kijken we eigenlijk met name hoe de moederhond het doet, moeten we ergens mee helpen of gaat het van nature goed? Geeft ze genoeg voeding? En ook of de moeder zelf gezond is en voldoende eetlust heeft. We beginnen met ‘tactiele stimulatie’ door verschillende ondergronden en voorwerpen aan het nest toe te voegen. Denk aan kleine knuffeltjes en rolletjes handdoeken, waar de pups makkelijk overheen kunnen kruipen of aan de kant kunnen duwen. Deze spullen worden dagelijks gerouleerd en iedere dag leggen we er een nieuw item bij, zodat de pups telkens meer leren herkennen. Daarna beginnen we langzaam met het oppakken van de pups, dat noemen we opscheppen. De regel die we daarbij hanteren: ‘short but sweet’. Het moeten korte, vriendelijke, positieve momentjes zijn. Die eerste weken is het met name veel observeren en noteren. Wie doet wat, wie gaat als eerste ergens op af, iedere dag de pups wegen, etc.”
WEEK 2
Lisanne: “Mijn voornaamste taak als nestbegeleider is het socialiseren van de pups, dit doen we samen met het gastgezin, waarbij de nadruk voor mij en mijn collega’s meer ligt op het socialiseren en het gastgezin meer de verzorging van de pups en de moederhond op zich neemt.”
Lisanne Brands woont
in Ochten, is 24 jaar
oud en ruim drie jaar
werkzaam bij
Hulphond Nederland.
Het begeleiden van
een nest pups was
voorheen de taak van de
gastgezinbegeleider, maar omdat dit een
zeer intensieve taak betreft, is de functie
van nestbegeleider in het leven geroepen.
Het begint uiteraard met de bevalling van de pups. Die wordt door een collega begeleid die tevens ook de begeleiding in de eerste week op zich neemt. Lisanne en haar collega’s komen pas in de tweede week en zijn dan gedurende drie weken drie keer per week aanwezig. Vanaf de vijfde week wordt dit verhoogd naar vier keer per week. De laatste drie weken, totdat de pups het nest verlaten, wordt er zelfs zes keer per week, verdeeld over vier dagen, een bezoek afgelegd. Een intensief traject dus, ook voor het gastgezin.
WEEK 1
In dit artikel volgen we, samen met nestbegeleider Lisanne Brands, moederhond Pesca en haar pups. Pesca woont bij gastgezin familie Adamse-Janssen in Grave en heeft medio november vijf puppies gekregen. Lisanne vertelt ons over de ontwikkeling van de pups en wat daar allemaal bij komt kijken.
Van geboorte tot gastgezin
Tekst: Arianne le Duc (Hulphond Nederland)
Fotografie: Karlijn Koning (Hulphond Nederland)