Epilepsie-hulphond Mojo laat Douwe nooit alLeen
Monique Egbers - cliëntinstructeur bij Hulphond Nederland
Mojo is voor Douwe en zijn ouders de eerste hond; hierdoor hebben zij in het eerste jaar al de handen vol aan
het leren omgaan met een hond. Zo moeten zij het gedrag en de behoeftes van de hond leren (her)kennen en alles
over de verzorging van de hond. Het eerste jaar van het hebben van een hond is sowieso een leerschool voor beide
kanten; ook de hond moet eerst goed wennen. Hij komt van een geoefend gastgezin in een nieuw gezin terecht dat nog helemaal geen ervaring met honden heeft.
De cliënt moet ook de signalen leren herkennen die een hond na verloop van tijd kan uitzenden. Het is voor beide partijen ‘hard’ werken om elkaars taal te leren begrijpen en te herkennen. We weten nog niet of Mojo al wel signalen uitzendt, maar dat deze wellicht nog niet als zodanig herkend worden. We gaan hier in de komende fase mee aan de slag.
Ook is er een begin gemaakt met het aanleren van ‘alarm slaan’ door Mojo; het is de bedoeling dat Mojo de ouders van Douwe ophaalt als hij bijvoorbeeld tijdens het douchen een aanval krijgt. Zo weten de ouders dat zij naar boven toe moeten om te kijken wat er aan de hand is en kunnen ze Douwe helpen.
Het feit dat Mojo een hulphond-dekje draagt geeft ook een hoop toegevoegde waarde; mocht er bijvoorbeeld in het openbaar vervoer iets gebeuren, dan zijn omstanders toch meer alert en geneigd alarm te slaan, dan wanneer Douwe alleen zou reizen. Ook op school zijn er nu een aantal leraren op de hoogte wat te doen als Douwe op school een aanval krijgt; ze weten nu hoe te handelen en kunnen ook Mojo opvangen en hem in de buurt van Douwe houden. Dit is erg belangrijk omdat Mojo Douwe rust brengt en zijn aanwezigheid hem geruststelt wanneer hij weer bijkomt.
In het begin dacht ik: waar ben ik aan begonnen? Wil ik dit wel?
Maar nu ben ik zo blij met Mojo, hij is zo fijn in de omgang.
niet voldoende. In 2019 zag Douwe in het ziekenhuis in Leeuwarden een folder liggen van Hulphond Nederland, over het Episode (EPilepsy SuppOrt Dog Effectiveness) onderzoek. Dit onderzoek test de effecten en kostenbesparing van de inzet van hulphonden bij mensen met ‘moeilijk behandelbare epilepsie’.
Dit klonk interessant! Douwe werd aangemeld en kreeg, na het doorlopen van het aanvraagtraject, een hulphond toegewezen: de labrador-bordercolli-mix Mojo. Douwe moest voor het Episode onderzoek maandelijks uitgebreide vragenlijsten invullen om te laten zien hoe het met hem ging en hoe de samenwerking met Mojo verliep. En natuurlijk om te zien of Mojo zijn epilepsie-aanvallen en/of absences aan kon voelen, verminderen of verhelpen.
Omdat Douwe en zijn ouders nooit eerder een hond hadden gehad, was het flink wennen in het begin. Gelukkig kregen ze hierbij goede begeleiding van Monique Egbers van Hulphond Nederland. Monique ging mee naar school en de scouting, samen met de bus, en zorgde ervoor dat Douwe vertrouwen kreeg in het zorgen voor een hond. Ook was Mojo uitstekend opgevoed voordat hij bij Douwe kwam, wat een hele zorg minder was voor het gezin.
Mojo is vooral een maatje
De manier waarop Mojo Douwe helpt moet niet overschat worden,” aldus Bart, de vader van Douwe. Mojo waarschuwt Douwe of zijn ouders nog niet als er een aanval aankomt. Hij ziet ze nog niet aankomen, net zo min als Douwe zelf. Vooral de absences zijn voor niemand eigenlijk te zien of voorspellen. Als Douwe ineens verstart en onnatuurlijk stil zit (een absence) merkt Mojo dat wel: hij zit tegenover hem en kijkt hem strak aan.
Toch moet je ook niet ónderschatten wat ‘er gewoon zijn’ betekent voor Douwe. Mojo is altijd bij Douwe, ze zijn onafscheidelijk. Hierdoor voelt Douwe zich een stuk zekerder en beter in zijn vel. En die goede band is ook te zien wanneer Douwe een epileptische aanval krijgt. Wanneer Douwe op de grond valt en schokkende bewegingen met zijn armen, benen en hoofd maakt, reageert Mojo daarop. Hij springt bovenop Douwe, likt zijn handen en gezicht totdat de aanval weer over is.
De ouders van Douwe belonen Mojo daar zeker voor, want dit is natuurlijk heel waardevol voor Douwe. Hij is nooit alleen.
Het eerste wat Douwe doet als hij bijkomt, is zijn handen naar Mojo uitstrekken. De aanwezigheid van zijn maatje betekent heel veel voor hem. Daarnaast is het hesje van Mojo (met daarop de telefoonnummers van zijn ouders) een duidelijke boodschap aan omstanders, mocht Douwe hulp nodig hebben.
Een echte gezinshond
Natuurlijk is Mojo er voor Douwe, maar inmiddels kunnen zijn ouders, Bart en Doetie, ook niet meer zonder. Douwe heeft echt een maatje waardoor zijn welzijn erop vooruit is gegaan. Het stoeien en wandelen met Mojo maakt hem vrolijk. Het leren omgaan met de hond heeft hem zelfvertrouwen gegeven. Zijn grote verantwoordelijkheidsgevoel (wat ook blijkt in zijn werk) wordt beantwoord door Mojo, die er altijd voor hem is.
Werken met kinderen
Douwe vond al snel na zijn opleiding een baan bij een huiswerkinstituut in Leeuwarden. Hier geeft hij 5 dagen per week bijles aan leerlingen van een middelbare school. Hij vindt het leuk om de kinderen, ondanks hun weerstand, te motiveren en enthousiast te maken over school.
Elke zaterdagmiddag werkt Douwe als leiding bij de ‘Welpen’ op de scouting (meisjes van 7 tot 11 jaar). Activiteiten bedenken, de middagen begeleiden, mee op kamp: het hoort er allemaal bij. Dit doet hij al meer dan 20 jaar en de scouting is dan ook een groot sociaal netwerk voor hem.
Met kinderen werken vindt Douwe heel leuk omdat je ziet dat ze constant veranderen en ontwikkelen en omdat je echt een positieve impact op hun leven kunt hebben; door ze te helpen op school of een leuke scouting-ervaring te geven.
Episode onderzoek
Na een jarenlange zoektocht naar passende medicijnen en behandelingen bleven er eigenlijk weinig oplossingen over voor Douwes epilepsie. Er is een nervus vagus stimulator geïmplanteerd om de aanvallen te beperken, maar ook dat hielp
riskant. Het werd onveilig om alleen te zijn, dus op zichzelf wonen ging niet meer. Hij verhuisde terug naar zijn ouders in Dokkum. Wel kreeg hij het voor elkaar om zijn diploma als geschiedenisdocent te halen.
Naast ‘klassieke’ epilepsieaanvallen heeft Douwe ook last van absences. Hierbij is het alsof hij even mentaal niet aanwezig is in het hier en nu. Hij voelt het zelf niet aankomen en van buitenaf is er ook niet veel aan hem te zien, behalve dat hij voor zich uit staart en nergens op reageert. Als hij dit bijvoorbeeld in de bus heeft, kan hij zomaar zijn halte overslaan en ergens uitstappen waar hij helemaal niet moet zijn.
Epilepsie: aanvallen en absences
Douwe kreeg in de eerste klas van de middelbare school voor het eerst een epilepsieaanval. Hij werd gediagnostiseerd en kreeg medicijnen die hem jarenlang goed hielpen. Heel soms kreeg hij onverwacht een aanval, maar de epilepsie had geen groot effect op zijn leven.
Douwe ging geschiedenis studeren aan de Universiteit van Groningen. In de laatste jaren van zijn opleiding bleek zijn lichaam gewend te zijn geraakt aan de medicatie, waardoor de epilepsieaanvallen vaker optraden. Wekelijks had hij, vaak
’s avonds, aanvallen. Ook reizen met het openbaar vervoer was
Hulphond Mojo werd anderhalf jaar geleden bij Douwe geplaatst. Douwe neemt deel aan het Episode onderzoek vanuit de Erasmus Universiteit. Douwe is 36 jaar en woont bij zijn ouders in Dokkum. Door epilepsie kan hij niet zelfstandig wonen, maar met Mojo voelt hij zich een stuk zekerder als hij reist met het openbaar vervoer en elke dag naar zijn werk gaat.
Tekst: Linda Schlief • Fotografie: Alette Holman
Epilepsie-hulphond Mojo laat Douwe nooit alleen
Epilepsie-hulphond Mojo laat Douwe nooit alLeen
Mojo is vooral een maatje
De manier waarop Mojo Douwe helpt moet niet overschat worden,” aldus Bart, de vader van Douwe. Mojo waarschuwt Douwe of zijn ouders nog niet als er een aanval aankomt. Hij ziet ze nog niet aankomen, net zo min als Douwe zelf. Vooral de absences zijn voor niemand eigenlijk te zien of voorspellen. Als Douwe ineens verstart en onnatuurlijk stil zit (een absence) merkt Mojo dat wel: hij zit tegenover hem en kijkt hem strak aan.
Toch moet je ook niet ónderschatten wat ‘er gewoon zijn’ betekent voor Douwe. Mojo is altijd bij Douwe, ze zijn onafscheidelijk. Hierdoor voelt Douwe zich een stuk zekerder en beter in zijn vel. En die goede band is ook te zien wanneer Douwe een epileptische aanval krijgt. Wanneer Douwe op de grond valt en schokkende bewegingen met zijn armen, benen en hoofd maakt, reageert Mojo daarop. Hij springt bovenop Douwe, likt zijn handen en gezicht totdat de aanval weer over is. De ouders van Douwe belonen Mojo daar zeker voor, want dit is natuurlijk heel waardevol voor Douwe. Hij is nooit alleen.
Het eerste wat Douwe doet als hij bijkomt, is zijn handen naar Mojo uitstrekken. De aanwezigheid van zijn maatje betekent heel veel voor hem. Daarnaast is het hesje van Mojo (met daarop de telefoonnummers van zijn ouders) een duidelijke boodschap aan omstanders, mocht Douwe hulp nodig hebben.
Een echte gezinshond
Natuurlijk is Mojo er voor Douwe, maar inmiddels kunnen zijn ouders, Bart en Doetie, ook niet meer zonder. Douwe heeft echt een maatje waardoor zijn welzijn erop vooruit is gegaan. Het stoeien en wandelen met Mojo maakt hem vrolijk. Het leren omgaan met de hond heeft hem zelfvertrouwen gegeven. Zijn grote verantwoordelijkheidsgevoel (wat ook blijkt in zijn werk) wordt beantwoord door Mojo, die er altijd voor hem is.
Monique Egbers
Cliëntinstructeur bij Hulphond Nederland
Mojo is voor Douwe en zijn ouders de eerste hond; hierdoor hebben zij in het eerste jaar al de handen vol aan het leren omgaan met een hond. Zo moeten zij het gedrag en de behoeftes van de hond leren (her)kennen en alles over de verzorging van de hond. Het eerste jaar van het hebben van een hond is sowieso een leerschool voor beide kanten; ook de hond moet eerst goed wennen. Hij komt van een geoefend gastgezin in een nieuw gezin terecht dat nog helemaal geen ervaring met honden heeft.
De cliënt moet ook de signalen leren herkennen die een hond na verloop van tijd kan uitzenden. Het is voor beide partijen ‘hard’ werken om elkaars taal te leren begrijpen en te herkennen. We weten nog niet of Mojo al wel signalen uitzendt, maar dat deze wellicht nog niet als zodanig herkend worden. We gaan hier in de komende fase mee aan de slag.
Ook is er een begin gemaakt met het aanleren van ‘alarm slaan’ door Mojo; het is de bedoeling dat Mojo de ouders van Douwe ophaalt als hij bijvoorbeeld tijdens het douchen een aanval krijgt. Zo weten de ouders dat zij naar boven toe moeten om te kijken wat er aan de hand is en kunnen ze Douwe helpen.
Het feit dat Mojo een hulphond-dekje draagt geeft ook een hoop toegevoegde waarde; mocht er bijvoorbeeld in het openbaar vervoer iets gebeuren, dan zijn omstanders toch meer alert en geneigd alarm te slaan, dan wanneer Douwe alleen zou reizen. Ook op school zijn er nu een aantal leraren op de hoogte wat te doen als Douwe op school een aanval krijgt; ze weten nu hoe te handelen en kunnen ook Mojo opvangen en hem in de buurt van Douwe houden. Dit is erg belangrijk omdat Mojo Douwe rust brengt en zijn aanwezigheid hem geruststelt wanneer hij weer bijkomt.
Werken met kinderen
Douwe vond al snel na zijn opleiding een baan bij een huiswerkinstituut in Leeuwarden. Hier geeft hij 5 dagen per week bijles aan leerlingen van een middelbare school. Hij vindt het leuk om de kinderen, ondanks hun weerstand, te motiveren en enthousiast te maken over school.
Elke zaterdagmiddag werkt Douwe als leiding bij de ‘Welpen’ op de scouting (meisjes van 7 tot 11 jaar). Activiteiten bedenken, de middagen begeleiden, mee op kamp: het hoort er allemaal bij. Dit doet hij al meer dan 20 jaar en de scouting is dan ook een groot sociaal netwerk voor hem.
Met kinderen werken vindt Douwe heel leuk omdat je ziet dat ze constant veranderen en ontwikkelen en omdat je echt een positieve impact op hun leven kunt hebben; door ze te helpen op school of een leuke scouting-ervaring te geven.
Episode onderzoek
Na een jarenlange zoektocht naar passende medicijnen en behandelingen bleven er eigenlijk weinig oplossingen over voor Douwes epilepsie. Er is een nervus vagus stimulator geïmplanteerd om de aanvallen te beperken, maar ook dat hielp niet voldoende. In 2019 zag Douwe in het ziekenhuis in Leeuwarden een folder liggen van Hulphond Nederland, over het Episode (EPilepsy SuppOrt Dog Effectiveness) onderzoek. Dit onderzoek test de effecten en kostenbesparing van de inzet van hulphonden bij mensen met ‘moeilijk behandelbare epilepsie’.
Dit klonk interessant! Douwe werd aangemeld en kreeg, na het doorlopen van het aanvraagtraject, een hulphond toegewezen: de labrador-bordercolli-mix Mojo. Douwe moest voor het Episode onderzoek maandelijks uitgebreide vragenlijsten invullen om te laten zien hoe het met hem ging en hoe de samenwerking met Mojo verliep. En natuurlijk om te zien of Mojo zijn epilepsie-aanvallen en/of absences aan kon voelen, verminderen of verhelpen.
Omdat Douwe en zijn ouders nooit eerder een hond hadden gehad, was het flink wennen in het begin. Gelukkig kregen ze hierbij goede begeleiding van Monique Egbers van Hulphond Nederland. Monique ging mee naar school en de scouting, samen met de bus, en zorgde ervoor dat Douwe vertrouwen kreeg in het zorgen voor een hond. Ook was Mojo uitstekend opgevoed voordat hij bij Douwe kwam, wat een hele zorg minder was voor het gezin.
Epilepsie-hulphond Mojo laat Douwe nooit alleen
In het begin dacht ik: waar ben ik aan begonnen? Wil ik dit wel?
Maar nu ben ik zo blij met Mojo, hij is zo fijn in de omgang.
Epilepsie: aanvallen en absences
Douwe kreeg in de eerste klas van de middelbare school voor het eerst een epilepsieaanval. Hij werd gediagnostiseerd en kreeg medicijnen die hem jarenlang goed hielpen. Heel soms kreeg hij onverwacht een aanval, maar de epilepsie had geen groot effect op zijn leven.
Douwe ging geschiedenis studeren aan de Universiteit van Groningen. In de laatste jaren van zijn opleiding bleek zijn lichaam gewend te zijn geraakt aan de medicatie, waardoor de epilepsieaanvallen vaker optraden. Wekelijks had hij, vaak ’s avonds, aanvallen. Ook reizen met het openbaar vervoer was riskant. Het werd onveilig om alleen te zijn, dus op zichzelf wonen ging niet meer. Hij verhuisde terug naar zijn ouders in Dokkum. Wel kreeg hij het voor elkaar om zijn diploma als geschiedenisdocent te halen.
Naast ‘klassieke’ epilepsieaanvallen heeft Douwe ook last van absences. Hierbij is het alsof hij even mentaal niet aanwezig is in het hier en nu. Hij voelt het zelf niet aankomen en van buitenaf is er ook niet veel aan hem te zien, behalve dat hij voor zich uit staart en nergens op reageert. Als hij dit bijvoorbeeld in de bus heeft, kan hij zomaar zijn halte overslaan en ergens uitstappen waar hij helemaal niet moet zijn.
Hulphond Mojo werd anderhalf jaar geleden bij Douwe geplaatst. Douwe neemt deel aan het Episode onderzoek vanuit de Erasmus Universiteit. Douwe is 36 jaar en woont bij zijn ouders in Dokkum. Door epilepsie kan hij niet zelfstandig wonen, maar met Mojo voelt hij zich een stuk zekerder als hij reist met het openbaar vervoer en elke dag naar zijn werk gaat.
Tekst: Linda Schlief
Fotografie: Alette Holman